DASLOOK
Is te bestellen tussen nu en 1 augustus 2022
Vraag ons prijslijst voor de bijzondere bolletjes aan via contact@bloembollenvoorbijen.nl
Daarna gaan we de bollen oogsten als de weersomstandigheden en de bodem het toelaten..
In september worden de bollen geleverd
Allium ursinum, onze Daslook, is een volledig ingeburgerde stinzenplant. De plant is beschermt en mag niet geplukt of uitgegraven worden. Daslook verwildert heel gemakkelijk en is eetbaar. Verwar het blad niet met het giftige Lelietje-der-Dalen of de Aronskelk: alleen daslook geurt bij kneuzing naar ui of knoflook.
Massaal te zien in bossen en bij landgoederen en in het Jac.P.Thijssepark en aanverwante heemtuinen. Bloeit vanaf eind April.
Onze allium ursinum zijn afkomstig van een boerderij/landgoed in Gelderland waar al meer dan 55 jaar principieel chemievrij geteeld wordt. Ook al het vee wordt chemievrij gehouden.
Wij verzenden de daslook in september in een zakje met wat vochtige grond. Plant ze na een regenbuitje op een schaduwrijke plek. Vooral in het bos en aan de bosrand kunnen ze uitgroeien tot een massale groene eetbare vlakte. Het blad is heerlijk in salades als je van de milde (knof)looksmaak houdt. En het blad is lange tijd te oogsten.
SNEEUWKLOKJES
Zijn te bestellen tussen nu en 1 januari 2023
Vraag ons prijslijst voor deze bijzondere bolletjes aan via contact@bloembollenvoorbijen.nl
Rond of vlak na de bloei gaan we de bolletjes oogsten op het landgoed waar al meer dan 60 jaar biologisch geteeld wordt, en als de weersomstandigheden en de bodem het toelaten.
In maart worden vervolgens de bolletjes in het groen geleverd
Sneeuwklokjes zijn de allereerste bloeiers en alleen al daarom heel belangrijk voor honingbijen, die op een zonnige winterdag hun ontlasting kwijt willen. Ze komen dan de kast of korf uit en gaan vervolgens op zoek naar sneeuwklokjes in de nabije omgeving. Een must voor de imker om dit sneeuwdruppeltje rond de bijenstal zich te laten vermeerderen.
Sneeuwklokjes brengen de eerste subtiele geur en warm gezoem in de tuin in een periode dat de meeste andere tuinplanten in diepe winterrust zijn. Ze vinden het vooral fijn op plaatsen waar ze in het vroege voorjaar zonlicht krijgen, en waar de bodem ’s zomers koel blijft door schaduw. Dus onder bladverliezende bomen of struiken, of in de border tussen vaste planten die zich later in het jaar ontwikkelen.
Maar ook de dikke hommelkoninginnen hangen aan het klokje als het weer het toelaat. Zij komen uit hun winterse schuilplaats, gaan foerageren en zoeken vervolgens een nestgelegenheid in bodem (oud muizennest), spouwmuur of bijvoorbeeld een vogelhuisje. Als je dat geluk hebt kan je een heel jaar de ontwikkeling van deze bijzonder lieflijke brommers volgen. In het najaar vliegen de koninginnen uit om een schuilplek te zoeken voor de winter. Het nest is dan helemaal verlaten en wordt in het volgend voorjaar meestal niet nogmaals gebruikt.